Recht op werk: hoe moeten we dat doen? – een analyse van de uitvoering van artikel 27 VRPH
Op 3 december, internationale dag voor personen met een handicap, publiceerde UNIA het parallel rapport voor de VN-Commissie in Genéve. De Belgische overheid en de deelstaten, dus ook Vlaanderen, moeten in theorie elke vier jaar een rapport afleveren rond de realisatie van het VN-verdrag. Omdat overheden de werkelijkheid soms te rooskleurig voorstellen, kan je in dit artikel de reactie van Unia op het Belgisch rapport lezen. Wij, vanuit Handicap & Arbeid, geven op onze beurt onze bedenkingen mee in dit artikel. De tekst wisselt daarom af tussen de vaststellingen van Unia en die van Handicap & Arbeid.
Werkzaamheid
Unia geeft de laatste cijfers van Statbel, de Belgische organisatie die statistieken opstelt voor de overheid. De werkzaamheidsgraad van personen met een handicap in België bedraagt volgens Statbel 26% (tegenover 65% van de totale bevolking tussen 15 en 64 jaar). Hun werkloosheidsgraad bedraagt 8% (tegenover 5% van de totale bevolking). De grote meerderheid van hen (72%) is niet actief: ze hebben geen werk, zoeken geen werk en/of zijn niet beschikbaar voor werk (tegenover 31% van de totale bevolking). Personen met een handicap werken ook vaker deeltijds (39%, tegenover 25% van de totale bevolking).
Handicap & Arbeid: De werkzaamheid in Vlaanderen ligt volgens een analyse van Erik Samoy op 45,6 % in 2019. Dat verschil met de cijfers van Statbel is groot. Maar de reden is eenvoudig. Statbel rekent alleen personen met erge hinder tot de mensen met een arbeidshandicap. Voor ons zijn ook mensen met een beperkte hinder mensen met een arbeidshandicap. Het blijft wel zo dat de kloof tussen mensen mét en zonder handicap aanzienlijk is. Volgens Samoy bedraagt deze 35,7%.
Beroepsopleidingen
Volgens Unia zijn beroepsopleidingen nog te weinig toegankelijk voor personen met een handicap. Zij worden vaak naar specifieke opleidingen doorverwezen (als die er al zijn). Dit geldt vooral voor Franstalige dove werkzoekenden die tijdens hun opleiding slechts zelden kunnen terugvallen op een gebarentolk.
Handicap & Arbeid: In Vlaanderen werken we met een andere structuur. Beroepsopleidingen zijn binnen de gewone werking van VDAB voorzien. Daarnaast zijn er gespecialiseerde partners van VDAB, de gespecialiseerde opleidings- en begeleidingscentra actief rond werkplekleren en beroepsopleidingen. We zijn met de koepel van deze centra en met Gespecialiseerd team Bemiddeling – GTB, en ook VDAB in gesprek om de dienstverlening te verbeteren.
Discriminatie
Unia: Personen met een handicap worden nog steeds sterk gediscrimineerd op de arbeidsmarkt. Zo bleek uit praktijktests in Gent dat dove sollicitanten 42% minder kans hebben op een positief antwoord.
De resultaten van het onderzoek bevestigen de cijfers die Unia recent nog voorstelde in haar jaarverslag van 2020. Interessant aan het Gentse onderzoek is dat er is ingezoomd op enkele specifieke sectoren en specifieke discriminatiecriteria, zoals doofheid, kankerervaring, herkomst en leeftijd. Wat de sectoren betreft, vallen de groot- en detailhandel en de gezondheidszorg in negatieve zin op. Het onderzoek focuste ook op specifieke groepen, zoals dove sollicitanten. Unia krijgt geregeld meldingen van dove sollicitanten, zoekt telkens de dialoog met werkgevers op en stapt in uitzonderlijke gevallen naar de rechter. Uit het onderzoek van de stad Gent blijkt dat dove personen maar liefst 42% minder kans hebben op een positief antwoord wanneer ze zich kandidaat stellen voor een job.
Het onderzoek focust alleen op de aanwervingsfase, terwijl Unia ook ziet dat discriminatie voorkomt in de latere fasen van tewerkstelling. Er zijn ook heel wat dossiers over racistische pesterijen, weigering tot promotie of ontslag; op deze punten zou het interessant zijn om over cijfers te kunnen beschikken op basis van onderzoek.
Handicap & Arbeid: Dit onderzoek legt een belangrijk probleem bloot. Maar omdat er zelden onderzoek naar discriminatie van mensen met een arbeidshandicap gebeurt, hebben we te weinig concrete gegevens. Er is enkel af en toe een veroordeling via een rechtszaak die het probleem aan de oppervlakte brengt. Er is dus zeker nog werk nodig om dit probleem boven water te krijgen.
Reguliere jobs
Unia: Er gaan te weinig middelen naar het zoeken en behouden van werk in het gewone arbeidscircuit. Overheidssteun gaat vooral naar tewerkstelling in maatwerkbedrijven. In Vlaanderen en Brussel gaan er drie keer meer budgetten naar maatwerkbedrijven dan naar inclusieve werkgelegenheid. In Wallonië gaat 67% van het budget voor tewerkstelling en opleiding van personen met een handicap naar maatwerkbedrijven.
Handicap & Arbeid: De vaststelling dat er meer geld gaat naar maatwerkbedrijven dan naar reguliere tewerkstelling is zeker juist, maar staat wel in tegenstelling tot de effectieve tewerkstelling. Als we kijken naar die tewerkstelling, stellen we vast dat er veel meer mensen in reguliere jobs werken dan in maatwerkbedrijven. Van de ongeveer 200.000 mensen die werken hebben er ongeveer 25.000 een plaats in maatwerk, ongeveer 30.000 werkzoekenden met een uitkering en ongeveer 145.000 mensen in gewone jobs. Dat de ondersteuning vanuit de overheid vooral gericht is op maatwerk en niet op reguliere jobs klopt, maar het grootste probleem in Vlaanderen is dat er veel mensen met een handicap zijn die niet aan werken toekomen. Van de ongeveer 600.000 mensen met een arbeidshandicap zijn er meer dan 400.000 mensen die niet actief op zoek zijn naar een job. En daar moet dringend iets aan veranderen. Dat is ook de boodschap van de Commissie Diversiteit van de SERV.
De ontwikkeling van een nieuw decreet Individueel Maatwerk zou een opstap kunnen betekenen naar reguliere tewerkstelling. Maar dat is toekomstmuziek, vanaf 1 januari 2023.
Maatwerkbedrijven
Unia ontvangt regelmatig meldingen van personen met een handicap die werken in maatwerkbedrijven. Zij hebben klachten over redelijke aanpassingen die worden geweigerd, over een verschil in behandeling van personeelsleden met en zonder een handicap en over talrijke problemen met welzijn op het werk. Tussen 2018 en 2019 werden drie Brusselse maatwerkbedrijven veroordeeld wegens discriminatie op grond van handicap, weigering van redelijke aanpassingen of pesterijen. Vrouwelijke werknemers met een handicap zijn vaak het slachtoffer van seksuele intimidatie. In 2020 werd op vraag van Unia een werkgroep opgericht waarin AVIQ, Phare, de werkgeversfederaties van maatwerkbedrijven en de vakbonden zetelen om na te denken over preventieve tools.
Handicap & Arbeid: Daarover hebben we in Vlaanderen geen duidelijke informatie. We krijgen slechts af en toe signalen van individuele werknemers die klachten hebben over maatwerkbedrijven, maar dit is een goede aanzet om hier onderzoek naar te voeren.
Overheid als rolmodel
Unia: Overheidsdiensten slagen er nog altijd niet in om hun eigen - nochtans lage (tussen 2 en 5%) - quota of streefdoelen te halen. Vaak komen ze ook hun verplichting niet na om redelijke aanpassingen door te voeren om langdurig zieke medewerkers te re-integreren.
Handicap & Arbeid: De overheden schieten schromelijk tekort in hun voorbeeldrol. Lokale besturen in Vlaanderen halen de norm van 2%. Maar ze geraken niet allemaal aan de vereiste 2%. Bij de Vlaamse overheid en de federale overheid is het probleem nog groter. De Vlaamse overheid gaat langzaam vooruit, en zit ondertussen aan 2% van de 3% die ze eigenlijk moesten halen in 2020. De federale overheid gaat al jaren achteruit. De meest recente analyse spreekt over 1,22%, daar waar ze ook 3% moeten halen. Daar is dus nog zeer veel werk. Ook wij als Overlegplatform vinden de voorbeeldrol van overheden van groot belang. Dat moet beter.
Re-integratie langdurig zieken
Unia: Het beleid om langdurig zieken te re-integreren trad in 2017 in werking. Uit een evaluatie van deze regeling blijkt dat 73% van de werknemers definitief arbeidsongeschikt werd verklaard en werd ontslagen. Het aantal personen in invaliditeit (36,8% voor aanhoudende psychische problemen) neemt elk jaar toe (2015: 370.408 personen - 2020: 459.561) en toch werd er de afgelopen jaren geen beleid gevoerd rond welzijn op het werk en rond redelijke aanpassingen.
Handicap & Arbeid: Wij vinden het onjuist dat Unia geen onderscheid maakt tussen formele re-integratie en informele re-integratie. De cijfers van ontslag zijn namelijk voor beide systemen verschillend, maar de vaststelling dat er te weinig aandacht is voor het voorzien in redelijke aanpassingen klopt wel. Wij pleiten als overlegplatform al langere tijd voor het opnemen van redelijke aanpassingen in de welzijnswet. Die aanpassing zou werkgevers verplichten om redelijke aanpassingen te zien als een recht, zodat meer mensen aangepaste jobs kunnen invullen. Nu wordt te snel gegrepen naar een ontslag, wat geen oplossing is voor de betrokkenen.
Burn-outs als aandachtspunt
Unia: Het aantal burn-outs ligt driemaal hoger bij werknemers met een handicap (36,4%) dan zonder een handicap (11,3%). Om een burn-out te vermijden, kiezen heel wat personen met een handicap voor deeltijds werk. Zonder compensatieregeling betekent dit een netto inkomensverlies, waardoor het risico op armoede toeneemt.
Handicap & Arbeid: Dat er meer burn-outs zijn bij personen met een arbeidshandicap dan bij andere werknemers is de concrete vaststelling in de werkbaarheidsmonitor van de SERV. Mensen met een arbeidshandicap zijn ook meer deeltijds aan de slag. Het risico op armoede is altijd aanwezig. Problematisch aan de relatie die hier gelegd wordt is dat we eigenlijk geen zicht hebben op de werkelijkheid van de betrokkenen. Daarvoor is meer onderzoek noodzakelijk. Wij pleiten al jaren voor de goede afstemming tussen uitkeringen en loon uit arbeid. Want dat is de sleutel tot het op peil houden van het inkomen, en het vermijden van armoede. Maar die afstemming is nog steeds niet altijd goed geregeld en vormt voor de betrokkenen een hele uitdaging. Want een goed inkomen is van groot belang, voor iedereen.
Aanbevelingen aan het VN-comité
Unia doet ook drie aanbevelingen waar we kunnen achterstaan. Alleen hebben we één opmerking bij de formulering van aanbeveling 69. In Vlaanderen is begeleid werken een werkvorm van het VAPH, en helemaal ingekapseld in onbetaald werken. Dat kunnen we niet volgen, want we streven naar betaalde arbeid voor iedereen. Het uitbreiden van begeleid werken kan daarin geen plaats hebben. Het klopt wel dat supported employment – SUEM - meer moet worden toegepast. Maar één van de kenmerken van SUEM is betaalde arbeid, géén vrijwilligerswerk.
Aanbeveling 69: Stel een ambitieus, helder en begroot actieplan op om de tewerkstelling van personen met een handicap in het gewone arbeidscircuit te ondersteunen. Ondersteun en breid het aantal initiatieven voor begeleid werk (supported employment) in de publieke en private sector uit.
Aanbeveling 70: Organiseer een interministeriële conferentie over welzijn op het werk, om werkplekken meer inclusief te maken en om te voorkomen dat ze aanleiding geven tot andere vormen van handicap, zoals geestelijke gezondheidsproblemen.
Aanbeveling 71: Zie toe op de naleving van de rechten van werknemers met een handicap in maatwerkbedrijven. Bijzondere aandacht moet hierbij gaan naar het recht op redelijke aanpassingen en de kwetsbare situatie van vrouwelijke werknemers met een handicap (bescherming tegen pesterijen). Voer een beleid dat mensen heroriënteert naar gewone arbeidscircuits en ga voor inclusieve werkplekken.