Het doorstroombeleid: een kans om volwaardig te participeren in de maatschappij en te groeien
In het bevoegdheidsdomein van de sociale economie voorziet het Vlaams beleid in financiële en andere typen van ondersteuning voor een specifieke vorm van sociaal ondernemerschap. Het gaat om verschillende soorten bedrijven die worden ondersteund in het tewerkstellen van personen uit kwetsbare groepen die drempels ervaren om toe te treden tot de reguliere arbeidsmarkt.
Zo keurde de Vlaamse Regering op 3 juli 2013 het decreet ‘Maatwerk bij collectieve inschakeling’ goed. Dat decreet wil werk en ondersteuning op maat bieden van personen die moeilijk een job vinden en hen zo naar het Normaal Economisch Circuit (NEC ) laten doorstromen. In dat kader voorziet dit collectieve maatwerk-decreet in de subsidiëring van maatwerkbedrijven.
De rol van maatwerkbedrijven
Maatwerkbedrijven zijn organisaties waarvan de kerntaak erin bestaat om werk en werkondersteuning te bieden op maat van specifieke groepen van werknemers, de zogenaamde doelgroepwerknemers. Het collectieve maatwerkdecreet maakt daarbij een onderscheid tussen drie typen van doelgroepwerknemers: (1) personen met een arbeidshandicap, (2) personen met een psychosociale arbeidsbeperking en (3) uiterst kwetsbare personen die om persoonlijke redenen al minstens 24 maanden niet aan het (betaalde) arbeidsleven hebben kunnen deelnemen.
Op 1 januari 2019 is er nieuwe regelgeving over collectief maatwerk en de lokale diensteneconomie in voege gegaan. Sinds de inwerkingtreding ervan is de doorstroom van doelgroepwerknemers naar de reguliere economie een belangrijke doelstelling van de sociale economie. Dankzij dit doorstroombeleid ontstaan er kansen voor personen uit verschillende groepen die moeilijk werk vinden om volwaardig in de maatschappij te participeren en te groeien, zowel op persoonlijk als op professioneel vlak.
Omdat het aantal gesubsidieerde jobs in collectief maatwerk beperkt is, ziet het beleid de doorstroom van doelgroepwerknemers ook als een belangrijk middel opdat er voldoende werkaanbod is in de sociale economie voor personen die nog niet klaar zijn om door te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt.
Daarnaast kan het doorstroombeleid indirect bijdragen tot het wegwerken van de huidige krapte op de arbeidsmarkt. Er wordt immers alsmaar vaker gekeken naar de doelgroepwerknemers in de sociale economie, zoals personen met een arbeidshandicap, als een potentiële bron van werkkrachten in de reguliere economie.
Het doorstroomtraject: een stapsgewijs proces uit vijf onderscheiden fases
Wanneer een werknemer uit de sociale economie kan doorstromen wordt er een doorstroomtraject opgestart. Daarbij gaat de doelgroepwerknemer met de ondersteuning van een doorstroomcoach op zoek naar een werkgever buiten de sociale economie.
Het doorstroomtraject is een stapsgewijs proces dat uit vijf fases bestaat:
- Fase 1: eerst vindt er de doorstroomevaluatie plaats.
Voorafgaand aan de opstart van het doorstroomtraject schat een evaluator van VDAB of GTB aan de hand van de doorstroomevaluatie in of doorstroom een mogelijkheid is voor de werknemer.
Werknemers die vijf jaar aan de slag zijn binnen de lokale diensteneconomie, worden verplicht geëvalueerd. Andere werknemers kunnen vrijwillig om een doorstroomevaluatie vragen. Na een positieve evaluatie begint het eigenlijke doorstroomtraject. Dat start met het voortraject (fase 2).
- Fase 2: de opstart van het eigenlijke doorstroomtraject met een sollicitatietraining.
Tijdens deze fase krijgt de werknemer sollicitatietraining en wordt er samen met een doorstroomcoach bekeken welke werkpunten aangepakt moeten worden om de overstap naar de reguliere arbeidsmarkt te kunnen maken.
- Fase 3: de zoektocht naar een gepaste job in de reguliere economie.
Aan de hand van de opgebouwde vaardigheden en inzichten bij de sollicitatietraining gaat de werknemer op zoek naar een gepaste vacature bij een reguliere werkgever.
- Fase 4: de doorstroomstage bij de regulier werkgever.
De deelnemer loopt vervolgens gedurende een aantal maanden mee op de werkvloer en ontdekt zo of een tewerkstelling bij een reguliere werkgever haalbaar is en voldoet aan ieders verwachtingen. Deze fase wordt ook de fase van ‘terbeschikkingstelling’ (TBS) genoemd. De doorstroombegeleider begeleidt hierbij zowel de werknemer, als de stageplaats.
- Fase 5: nazorg bij afloop van het doorstroomtraject.
Idealiter blijft de werknemer ook na het doorstroomtraject aan de slag bij de nieuwe werkgever. Ook na het doorstroomtraject blijft de begeleider nog enige tijd ondersteuning – nazorg – bieden, zodat een duurzame tewerkstelling verzekerd wordt.
De doorstroom in de praktijk: een aantal kritische succesfactoren en knelpunten
HIVA-KU Leuven heeft een procesevaluatie uitgevoerd over de wijze waarop de doorstroomtrajecten in de sociale economie in de praktijk vorm krijgen in het kader van het programma ‘Doorstroom Sociale Economie’ van ESF-Vlaanderen van 2014-2020. De onderzoekers hebben op die manier zowel kritische succesfactoren als knelpunten geïdentificeerd om tot doorstroom naar de reguliere arbeidsmarkt te komen.
Een aantal vaststellingen en aanbevelingen uit het onderzoek van HIVA-KU Leuven hebben betrekking op:
- De toeleiding van de werknemers naar de doorstroomevaluatie
- De zoektocht naar geschikte vacatures
- De doelstellingen die de verschillende professionals nastreven met het doorstroomtraject.
De toeleiding van de werknemers naar de doorstroomevaluatie
Uit het onderzoek blijkt dat hoewel het beleid vertrekt vanuit de idee dat doorstroom een thema is waar in de sociale economie naartoe gewerkt wordt, de doorstroomgedachte nog niet bij alle werkgevers en werknemers uit de sociale economie even sterk aanwezig is.
Een eerste aanbeveling vanuit het onderzoek luidt daarom als volgt: zet doorstroom nog centraler binnen de tewerkstelling in de sociale economie.
De zoektocht naar geschikte vacatures
Op het vlak van de zoektocht naar een geschikte job, blijkt verder volgens het onderzoek dat te weinig werkgevers uit het Normaal Economisch Circuit (NEC) ervoor openstaan om een werknemer uit de sociale economie een kans te geven. Het regelgevend kader over de ‘terbeschikkingstelling’ (TBS) van de doelgroepwerknemers werpt bij de reguliere werkgevers drempels op, alsook de overtuigingen die bij de werkgevers leven.
De onderzoekers raden daarbij aan om zoveel mogelijk de drempels te verlagen door in te zetten op transparantie over de kosten en verwachtingen voor de TBS, aangezien dat voor vele werkgevers een struikelblok blijkt te zijn. In dat kader pleiten ze ook voor uniformiteit en administratieve vereenvoudiging.
Het uitgangspunt is namelijk dat het wegwerken van de drempels de meer twijfelende werkgevers makkelijker over de streep zal halen. Eenmaal overtuigd zullen werkgevers vervolgens kunnen vaststellen dat hun vooroordelen niet (helemaal) kloppen en dat ook succesverhalen een reële mogelijkheid zijn, stellen de onderzoekers. Zo zullen positieve ervaringen, de werkgevers in kwestie en idealiter ook andere bedrijven uit hun netwerk aansporen om vaker hun werkvloer open te stellen voor kwetsbare groepen. Er wordt als het ware een opwaartse spiraal in gang gezet. Het komt er volgens de onderzoekers daarom op aan om de werkgevers over de eerste horde te krijgen.
De doelstellingen van het doorstroomtraject
Een andere opmerkelijke vaststelling bij het onderzoek is het feit dat de doelstellingen die de verschillende professionals nastreven met het doorstroomtraject sterk verschillen. Bepaalde actoren blijven duurzame tewerkstelling in het NEC vooropstellen, terwijl anderen tevreden zijn wanneer de deelnemer zelfinzicht heeft verworven tijdens het traject en op een (voor hem of haar) gepaste plek is terechtgekomen. Alvorens er gekeken kan worden naar het aantal succesvolle trajecten, is het volgens de onderzoekers dus belangrijk om duidelijk af te stemmen hoe een ‘geslaagd’ traject moet worden gedefinieerd.
Ontdek het loopbaanparcours van Nele: Een succesvol doorstroomtraject met nieuwe jobkansen in de reguliere arbeidsmarkt
OptimaT is een maatwerkbedrijf dat in zijn personeelsbeleid bijzondere aandacht heeft voor de doorstroom van personen die drempels ervaren om toe te treden tot de reguliere arbeidsmarkt.
Omdat Nele goesting had om terug in een regulier bedrijf aan de slag te gaan, stelde ze met de steun van haar werkgever OptimaT alles in het werk om zichzelf nieuwe jobkansen te geven. En met succes! Want Nele werkt nu vier en een halve dag per week bij Cercle Brugge als medewerker van de poetsploeg.
In het filmpje ‘Nele werkt bij Cercle Brugge’ ontdek je hoe de samenwerking tussen Nele, OptimaT en Cercle Brugge tot nieuwe jobkansen leidt in de reguliere arbeidsmarkt.
Meer informatie over het doorstroombeleid en het onderzoek van HIVA-KULeuven over doorstroom in de praktijk vind je:
- op de website van de Vlaamse overheid: https://www.socialeeconomie.be
- in OVER.WERK, Tijdschrift van het Steunpunt Werk, 1/2022, Halfjaarlijks tijdschrift, 32e jaargang, p. 122 – 128.