Leerstoornissen

Leerstoornissen

Met dit document willen we een aanzet geven om de effectieve tewerkstelling van personen met leerstoornissen te optimaliseren. Vergeet echter niet dat aanpassingen of afspraken steeds geval per geval moeten bekeken worden, rekening houdend met de individuele noden en beperkingen van elke werknemer.

1 Wat zijn leerstoornissen?
Leerstoornissen zijn aandoeningen die een invloed kunnen hebben op het vermogen om te begrijpen, het correct gebruik maken van gesproken of geschreven taal, wiskundige berekeningen maken, het coördineren van bewegingen en aandacht. Hoewel leerproblemen optreden bij zeer jonge kinderen, zijn de aandoeningen meestal niet herkend totdat het kind de schoolleeftijd bereikt.

Leerstoornissen zijn een levenslange aandoening. Je ontgroeit ze niet en ze zijn niet te genezen. Veel mensen ontwikkelen wel technieken om beter te kunnen omgaan met de problematiek. Dit kan onder andere door speciaal onderwijs, begeleiding, medicatie, therapie, persoonlijke ontwikkeling of aanpassing van het leren van vaardigheden. Volgens een Brits onderzoek heeft 1 op 10 werkenden één of andere leerstoornis.

Leerstoornissen kunnen worden onderverdeeld in drie grote categorieën:
• Ontwikkeling, spraak- en taalstoornissen
• Stoornissen op vlak van intellectuele vaardigheden
• Stoornissen op vlak van coördinatie en motoriek

Elke categorie bevat meer specifieke aandoeningen. Hieronder worden enkele beschreven.

Specifieke Leerstoornis:
Dit is een stoornis in het juist begrijpen/gebruiken van gesproken of geschreven taal. Het kan zich uiten in een beperkt vermogen om te luisteren, te denken, te spreken, te schrijven, te spellen of om wiskundige berekeningen te doen.

Dyslexie:
Een persoon met dyslexie heeft een gemiddelde tot bovengemiddelde intelligentie, maar heeft tekorten op vlak van de visuele, auditieve of motorische verwerkingsprocessen. Hierdoor ontstaan problemen met het lezen en het begrijpen van teksten. Er zijn ook problemen met het omzetten van geschreven woorden naar gesproken woorden.

Dyscalculie:
Een persoon met dyscalculie heeft een gemiddelde tot bovengemiddelde intelligentie, maar heeft moeite met het onthouden van cijfers of feiten gedurende een langere periode. Sommige personen hebben ook ruimtelijke problemen. Sommige personen verwisselen cijfers met elkaar en hebben moeite met wiskundige bewerkingen.

Dyspraxie:
Een persoon met dyspraxie heeft problemen met het correct doorsturen van berichten van de hersenen naar het lichaam. Hoewel de spieren niet verlamd of zwak zijn, functioneren ze niet zoals het moet. Dyspraxie kan ook leiden tot spraakproblemen, een slechte houding, een slecht oriëntatievermogen en moeite met acties zoals gooien en vangen.

Perceptief gehoortekort:
Een persoon met een perceptief gehoortekort heeft moeite met het ontvangen van juiste informatie van het gehoor. Er is geen probleem met het horen van de persoon. Er is een probleem met de manier waarop de hersenen interpreteren wat gehoord wordt. Dit geeft problemen bij het begrijpen en onthouden van mondelinge instructies, het onderscheid kunnen maken tussen vergelijkbare geluiden of het horen van een geluid boven een achtergrondruis.

Perceptief zichttekort:
De persoon heeft problemen met het juist ontvangen en/of verwerken van visuele informatie. Zo kunnen er problemen ontstaan bij het zien van dingen in de juiste volgorde of het zien van een object tegen een ruimere achtergrond.

2 Wat zijn de oorzaken van leerproblemen?
Experts hebben zijn er nog niet in geslaagd om specifieke medische oorzaken aan te wijzen voor leerproblemen. Leerstoornissen worden ook niet veroorzaakt door een socio-economische achterstand, omgevingsfactoren of culturele verschillen. Vaak is er geen aanwijsbare oorzaak voor leerproblemen.
Recent onderzoek wijst op erfelijkheid, problemen tijdens de zwangerschap van de moeder, incidenten na de geboorte zoals een hoofdletsel, voedseltekort en blootstelling aan toxische stoffen. Enkel gekwalificeerde professionals, zoals een psychiater, zijn opgeleid om leerstoornissen te identificeren en om diagnoses te stellen. Meestal gebeurt de diagnosestelling door een team en niet door één enkele professional.

3 Mogelijke aanpassingen en oplossingen
Mensen met een leerstoornis kunnen sommige van de beperkingen hieronder besproken ervaren, maar zelden komen ze allemaal voor. Ook de mate waarin een beperking voorkomt verschilt van individu tot individu. Hou voor ogen dat heel wat mensen met een leerstoornis geen of slechts minimale specifieke aanpassingen nodig zullen hebben om hun werk goed uit te voeren. De aangehaalde aanpassingen zijn ook slechts een greep uit de mogelijkheden. Tal van andere oplossingen zijn zeker mogelijk.

Checklist:
1 Welke beperkingen ervaart de werknemer een leerstoornis zelf?
2 Welke invloed hebben deze beperkingen op de prestaties van de werknemer?
3 Welke specifieke taken binnen de functie zijn als gevolg van deze beperkingen moeilijk?
4 Welke oplossingen zijn beschikbaar om deze problemen te verminderen of weg te werken?
Zijn alle mogelijke pistes onderzocht om oplossingen te vinden?
5 Kan de werknemer zelf informatie verstrekken over mogelijke oplossingen?
6 Eenmaal er oplossingen gevonden zijn, worden deze dan op geregelde tijd geëvalueerd op hun effectiviteit? Kan er voorbereidend overleg zijn om te bepalen welke oplossingen mogelijk zijn?

Lezen:
Mensen met een leerstoornis kunnen moeilijkheden hebben met lezen. Dit omdat het moeilijk kan zijn om letters en cijfers visueel van elkaar te onderscheiden. Zo kunnen ze alles door elkaar gooien en zien zij enkel chaos. Hele woorden of een reeks van letters worden onherkenbaar.

Lezen van tekst op papier:
• Zet de teksten om naar audio-bestanden
• Gebruik een groter niet-cursief lettertype
• Gebruik grotere spaties tussen de woorden
• Bij handgeschreven teksten, gebruik drukletters
• Laat iemand de tekst voorlezen
• Scan documenten en laat deze voorlezen door middel van een voorleesprogramma
• Gebruik een leespen, die de tekst kan scannen en omzet in gesproken taal

Lezen vanaf een computerscherm:
• Gebruik spraaktechnologie om teksten van het scherm voor te lezen
• Gebruik een lijngids op het scherm om de tekst aan te duiden om zo de juiste plaats in de tekst aan te duiden bij het lezen
• Pas het lettertype op de computer aan

Spelling:
Mensen met een leerstoornis kunnen moeilijkheden hebben met spelling. Dit kan resulteren in het door elkaar halen van letters en woorden, het weglaten van letters en woorden, schrijffouten, onleesbaar handschrift,….
• Maak gebruik van een woordenboek of een lijst met veel voorkomende woorden
• Maak gebruik van een sprekend woordenboek
• Maak gebruik van woordvoorspellings- en woordaanvullingsprogramma’s
• Laat gemaakte teksten nalezen door een collega of het diensthoofd

Cognitief proces van het schrijven:
Er kunnen problemen zijn met het organiseren van een tekst, het aanbrengen van thema’s of ideeën, het structureren van zinnen of alinea’s, het vinden en verbeteren van schrijffouten.
• Maak gebruik van een (sprekend) woordenboek
• Maak gebruik van een lijst met veel voorkomende woorden
• Laat de werknemer toe om verbaal te reageren in plaats van met een e-mail of een ander geschreven bericht

Fysieke proces van het schrijven:
Er kunnen problemen zijn met het invullen van woorden in lege vakjes, het opsommen van cijfers en woorden, het schrijven op een lijn of in een tekstballon, leesbaar kunnen schrijven,….
• Laat getypte tekst toe in plaats van handgeschreven tekst, bijvoorbeeld op een sollicitatieformulier
• Gebruik gelijnd papier om op te schrijven
• Laat het gebruik van PC toe om te schrijven
• Gebruik spraakherkenningsoftware die de stem van de gebruiker herkent en omzet naar de tekst op het computerscherm

Wiskunde:
Personen met een leerstoornis kunnen moeilijkheden hebben met het herkennen van cijfers, de volgorde van de cijfers, het begrijpen van wiskundige symbolen, het nauwkeurig en efficiënt uitvoeren van wiskundige berekeningen,…..
• Laat kladpapier toe om berekeningen te maken (bijvoorbeeld tijdens een examen)
• Laat een (sprekende) rekenmachine en/of weegschaal en/of meter toe
• Gebruik tabellen met de tafels van vermenigvuldiging

Spreken / Communiceren:
Personen met een leerstoornis kunnen moeilijkheden hebben met het communiceren met collega’s of leidinggevenden. Deze slechte communicatie kan het gevolg zijn van onderontwikkelde sociale vaardigheden, gebrek aan ervaring, verlegenheid, gevoel van intimidatie, een laag zelfbeeld,…..
• Geef de agendapunten van een vergadering ruim op voorhand door
• Let er op geen of zeer weinig onderwerpen onaangekondigd te bespreken
• Laat toe dat de werknemer schriftelijk reageert in plaats van verbaal, bijvoorbeeld door een opmerking op een papiertje te schrijven tijdens een vergadering
• Als de werknemer moet spreken op een vergadering, verwittig deze dan ruim op voorhand om zijn/haar angst te verminderen
• Om het gevoel van intimidatie te verminderen of weg te nemen, zorg dat de werknemer een vriend of goede collega mee naar de vergadering mag nemen

Organisatorische vaardigheden:
Een persoon met een leerstoornis kan moeilijkheden hebben om alles te plannen of om georganiseerd te blijven.
• Help de werknemer zijn/haar werkruimte op orde te houden
• Gebruik kleurenlabels om materialen te labelen zodat ze herkenbaar zijn voor de werknemer
• Gebruik kalenders (papieren of elektronisch, of beide) om de werknemer te herinneren aan vergaderingen, deadlines, komende taken,…
• Geef een cursus rond timemanagement, het organiseren van werk,…

Geheugen:
Personen met een leerstoornis kunnen geheugentekorten hebben waardoor ze dingen die ze vaak horen of zien niet herinneren. Het kan gaan om feiten, namen, wachtwoorden, telefoonnummers,….
• Geef to do lijsten
• Gebruik schema’s om de verschillende stappen van een moeilijke taak te beschrijven
• Maak duidelijke lijsten met cruciale informatie zoals wachtwoorden
• Geef mondelinge en schriftelijke aanwijzingen
• Een dictafoontje/voice recorder kan verbale instructies opslaan
• Geef meer tijd voor een nieuwe taak

Time Management:
Een persoon met een leerstoornis kan moeilijkheden hebben met het beheren van zijn/haar tijd. Zo kunnen problemen ontstaan met het organiseren, het onderscheid kunnen maken tussen prioritaire en minder belangrijke taken, het halen van deadlines, voldoen aan de verwachte productiviteitsnormen, het efficiënt werken,….
• Maak to do lijsten en controleer of de taken voltooid zijn
• Gebruik kalenders (papieren of elektronisch, of beide) om de werknemer te herinneren aan vergaderingen, deadlines, komende taken,…
• Geef een cursus rond timemanagement, het organiseren van werk,…
• Splits grote opdrachten in kleinere taken en doelstellingen
• Herinner de werknemer verbaal aan belangrijke taken, vergaderingen en deadlines

Sociale vaardigheden:
Personen met een leerstoornis kunnen moeilijkheden hebben met passende sociale vaardigheden op het werk. Dit kan het gevolg zijn van onderontwikkelde sociale vaardigheden, gebrek aan ervaring op een werkvloer, verlegenheid, het gevoel van intimidatie, een laag zelfbeeld,… Zo kunnen er problemen ontstaan met het zich houden aan normen en regels, omgaan met autoriteit, gepast omgaan met collega’s of klanten,…

Gedrag op de werkvloer:
• Maak duidelijke afspraken van wat kan en niet kan, om ongepast gedrag te voorkomen
• Geef concrete voorbeelden om ongepast gedrag uit te leggen
• Geef concrete voorbeelden om te benadrukken dat ongepast gedrag niet kan en dat er sancties aan gebonden zijn
• Werk met toezichthouders
• Pak ongepast gedrag dadelijk aan, laat geen tijd tussen ongepast gedrag en reactie
• Indien nodig, zorg voor dag-tot-dag begeleiding en een dagelijkse evaluatie
• Leg de nadruk op positieve feedback
• Zorg voor heldere verwachtingen en wat de gevolgen zijn van het niet voldoen aan deze verwachtingen
• Geef opdrachten mondeling of schriftelijk, of beiden
• Maak korte en lange termijn doelstellingen voor de werknemer

Omgaan met collega’s:
• Zorg voor informatie en bewustwording rond handicap bij de collega’s
• Indien haalbaar, zorg voor thuiswerk
• Werk met peter- en meterschap
• Probeer sociale functies waarbij veel contact is met andere mensen te vermijden
• Wees flexibel voor de werknemer om te mogen veranderen naar een andere ploeg, kantoor, afdeling, werkrooster,…

4 Bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregelen VDAB: BTOM

Leerstoornissen kunnen het functioneren van een persoon ernstig beperken. Mensen met een leerstoornis die aanzienlijk beperkt zijn in het algemeen dagelijks leven zullen ook problemen op de werkvloer hebben. We kunnen dus spreken van een arbeidshandicap.
Heel wat personen met leerstoornissen hebben een indicatie van arbeidshandicap. Hierdoor hebben mensen met een leerstoornis recht op ondersteuning van GTB en hebben ze recht op een opleiding bij een GOB.

De meeste leerstoornissen geven wel niet automatisch recht op VOP of aanpassing arbeidsomgeving. In combinatie met bepaalde andere beperkingen, bijvoorbeeld autisme, kunnen ze wel recht geven op VOP. Leerstoornissen die dadelijk recht geven op VOP of aanpassing arbeidsomgeving zijn zeldzaam.

Leerstoornissen die het recht op een VOP openen:
• apraxie, een stoornis in de motorische vaardigheden, gediagnosticeerd door een neuroloog of psycholoog (code: F82)
• afasie, een communicatiestoornis, gediagnosticeerd door een neuroloog of psycholoog (code: F801)
• de gemengd receptieve-expressieve taalstoornis, een communicatiestoornis, gediagnosticeerd door een neuroloog of psycholoog (code: F808)

Een leerstoornis die het recht op tewerkstelling in een maatwerkbedrijf of maatwerkafdeling opent is de centraal visuele inperking (CVI), gediagnosticeerd door een neuroloog of oogarts. CVI (code: F8191) geeft ook dadelijk recht op aanpassing arbeidsomgeving.

5 Situaties en oplossingen
Een werknemer met problemen met begrijpend lezen, moest een examen op PC maken om in aanmerking te komen voor promotie. Het lettertype en de achtergrondkleur op het computerscherm werden aangepast. Ook kon de werknemer de vragen op het scherm lezen gebruikmakend van een liniaal op de PC, zodat hij steeds op de correcte leeslijn bleef. De werknemer mocht de vragen meerdere keren bekijken en hij kreeg geen deadline om het examen op te lossen.

Een leraar met een leerstoornis had problemen met de correcte spelling van woorden op het schoolbord. De werkgever gaf deze leraar een overheadprojector en lege overheadsheets. De leraar schreef zijn lessen uit op deze sheets die hij liet controleren op fouten door een collega-leraar. In plaats van op het bord te schrijven brengt deze leraar informatie over via een overheadprojector.

Een productiearbeider met een leerstoornis had problemen met het uitvoeren van sommige grote taken. Hij kon moeilijk de volgorde van de verschillende handelingen onthouden. De werkgever schreef de instructies uit, waarbij de grote taken, chronologisch deel per deel werden neergeschreven.

Een werknemer met een expressieve taalstoornis had problemen met het verbaal communiceren met de directie. Deze werknemer kon veel beter communicatie lezen en daarop schriftelijk reageren. De werkgever engageerde zich om via e-mail in plaats van verbaal met deze werknemer te communiceren.

BRONNEN
Job Accommodation Network, http://www.jan.wvu.edu

Steunpunt handicap & arbeid
Van Vaerenberghstraat 6 2600 Antwerpen-Berchem
info@handicapenarbeid.be