VOP Vlaamse Ondersteuning Premie

VOP Vlaamse Ondersteuning Premie

1 Omschrijving

De VOP of Vlaamse OndersteuningsPremie is een BTOM (Bijzondere TewerkstellingsOndersteunende Maatregel). Door de VOP kunnen werkgevers een tussenkomst in de loonkost krijgen als ze een werknemer met een arbeidshandicap aanwerven of in dienst hebben. Ook uitzendkantoren en zelfstandigen met een arbeidshandicap kunnen van de VOP gebruik maken.

Met de VOP is de werkgever heel vrij om te doen wat hij wenst te doen. Hij kan het gebruiken om in eventuele extra ondersteuning te voorzien of bijvoorbeeld om af en toe beroep te doen op een gespecialiseerde taxidienst.

Naast de VOP voorziet de VDAB nog in andere tewerkstellingsmaatregelen zoals een tussenkomst in arbeidspostaanpassingen of arbeidsgereedschap- en kledij, ondersteuning in oraal- of schrijftolken en verplaatsings- en verblijfskosten.

 

2 Doel

  • Het is een stimulans of een duwtje in de rug om personen met een arbeidshandicap in het gewone arbeidsmilieu aan te werven.
  • Eventuele integratiekosten kunnen terugbetaald worden.
  • Eventuele hulp van collega’s kan op deze manier vergoed worden.
  • Het is een compensatie voor het mogelijke rendementsverlies van een persoon met een arbeidshandicap.

 

3 Welke werkgevers?

 

Onder werkgevers wordt verstaan:

Een natuurlijke persoon of privaatrechtelijk rechtspersoon

  • Een provincie, gemeente, OCMW, een door hen opgericht verzelfstandigd agentschap of een vereniging waaraan ze deelnemen die een persoon met arbeidshandicap aanwerft nadat dit besluit is in dienst getreden.
  •  Een instelling van het onderwijs die een persoon met een arbeidshandicap aanwerft of heeft aangeworven.
  • Een uitzendkantoor dat een persoon met een arbeidshandicap tewerkstelt.
  • Ook zelfstandigen (in HOOFD- of BIJBEROEP) kunnen gebruik maken van de VOP. Zij kunnen echter geen verhoogde VOP aanvragen.
  • Maatwerkbedrijven kunnen gebruik maken van de VOP voor werknemers met een arbeidshandicap die tewerkgesteld zijn in het maatwerkbedrijf, op voorwaarde dat ze zijn aangeworven na 01/01/2015 (met uitzondering van doelgroepwerknemers). Vanaf 01/07/2016 wordt een VOP ook mogelijk voor doelgroepwerknemers die doorstromen naar een (interne) aansluitende tewerkstelling, in een functie die verschilt van hun functie als doelgroepwerknemer en op voorwaarde dat het niet om een begeleidingsfunctie gaat.

 

4 Welke werknemers?

Als de werknemer erkend is als persoon met indicatie van arbeidshandicap en hij krijgt recht op een BTOM, dan wordt hij een persoon met een arbeidshandicap.

Hoe wordt een persoon iemand met indicatie van arbeidshandicap:

  •  Een persoon die erkend is door het Vlaams Agentschap voor personen met een handicap (VAPH) of zijn voorgangers;
  • Gewezen leerling zijn van het buitengewoon secundair onderwijs (BuSO) en hoogstens een getuigschrift of diploma behaald hebben in het BuSO;
  • Een persoon die op basis van zijn handicap in aanmerking komt voor een inkomensvervangende tegemoetkoming of integratietegemoetkoming volgens de wet van 1987;
  • Een persoon die een blijvende graad van arbeidsongeschiktheid heeft, bevestigd door een definitieve gerechtelijke beslissing of een attest van een federale instelling;
  • Een persoon die recht geeft op bijkomende kinderbijslag of als ouder met een handicap recht hebben op een verhoogde kinderbijslag voor de kinderen ten laste;
  • Een persoon die een invaliditeitsuitkering ontvangt;
  • Een persoon met een attest van een door de VDAB aangeduide dienst of arts. Wat geattesteerd moet worden en wie dit doet werd duidelijk door de VDAB bepaald.
  • De persoon met een arbeidshandicap moet onderworpen zijn aan de RSZ en in Vlaanderen wonen.

 

 

5 Wat is het voordeel?

Bij aanwerving van een persoon met een arbeidshandicap, kan de werkgever een tussenkomst krijgen in de loonkost. Deze tussenkomst schommelt tussen 20% en 60% van de loonkost. Deze tussenkomst is geplafonneerd op basis van het GGMMI (1531,93 EURO op 1 juni 2016).

De werkgever krijgt voor 20 kwartalen een bepaald percentage van het loon terugbetaald. Bij werkgevers is de VOP gelijk aan:

  • 40% van het referteloon tijdens het kwartaal van aanwerving tot en met het 5de kwartaal met een maximum van 1225,54 EURO per maand;
  • 30% van het referteloon tijdens het zesde tot en met het negende kwartaal met een maximum van 919,16 EURO per maand;
  • 20% vanaf het tiende tot het twintigste kwartaal met een maximum van 612,77 EURO per maand.

Het Departement Werk en Sociale Economie betaalt de VOP vanaf het kwartaal van de aanvraag. Als startdatum voor de berekening wordt het beginpunt van tewerkstelling genomen. Dit betekent, als een werknemer met een arbeidshandicap in dienst wordt genomen op 1 januari 2016 en men de VOP pas aanvraagt in mei 2017, de VOP slechts 30% zal bedragen.

 

Berekening referteloon:

 het brutoloon

+ verplichte werkgeversbijdragen RSZ

– de verminderingen werkgeversbijdragen RSZ

= referteloon

Je zit hier wel met een plafond. Het referteloon kan niet hoger zijn dan tweemaal het gewaarborgde gemiddelde minimummaandinkomen (GGMMI) voor een werknemer vanaf 21 jaar. Of anders gezegd: Het referteloon is begrensd tot het dubbele van het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen (1531,93 EURO op 1 juni 2016).

 

  • Als afwijking op de standaardregel kan de werkgever een hogere VOP aanvragen. Dit kan nooit meer bedragen dan 60% van het geplafonneerde referteloon, dus maximum 1838,32 EURO per maand. In principe krijgt men een verhoogde VOP pas na een jaar tewerkstelling. In zeer uitzonderlijke gevallen is reeds vanaf het eerste jaar, een verhoogde VOP mogelijk, bijvoorbeeld in geval van bepaalde aandoeningen. Voor een verhoogde VOP is een gemotiveerde aanvraag is noodzakelijk, net als een bezoek van een Dienst Arbeidshandicapspecialisatie (VDAB).

 

Indien de werknemer die recht heeft op een VOP een GIBO heeft gevolgd, is de periode waarin hij de opleiding heeft gevolgd gelijkgesteld aan een periode van tewerkstelling om het bedrag van de VOP te bepalen.

 

VERLENGING: Verlengingen (20%, 20 kwartalen), moeten vanaf 01/07/2016 worden aangevraagd via het Departement Werk en Sociale Economie. Het Departement bezorgt de gemotiveerde aanvraag van de werkgever/zelfstandige aan de Dienst Arbeidsbeperking van de VDAB die een deskundige op bezoek laat gaan (op de werkvloer), om in te schatten of de premie verlengd kan worden.

Voor uitzendkrachten is het bedrag van de VOP gelijk aan:

  • 40% tijdens het kwartaal van de aanvraag en de vier daaropvolgende kwartalen voor een tewerkstelling bij hetzelfde uitzendkantoor;
  • 20% tijdens kwartaal 6 tot 20 voor een tewerkstelling bij hetzelfde uitzendkantoor.

Het uitzendkantoor heeft recht op het volledige bedrag van de VOP-premie.

 

Voor een zelfstandige met een arbeidshandicap is de VOP gelijk aan:

  • 40% gedurende het kwartaal van aanvraag en de vier daarop volgende kwartalen;
  • 20% gedurende kwartaal 6 tot 20 op voorwaarde dat er voldoende bedrijfsactiviteit kan worden aangetoond.

Voor een zelfstandige neemt men als referteloon het gemiddeld gewaarborgd minimum maandinkomen (GGMI). Éénmaal en niet tweemaal zoals bij de anderen. Er is voldoende bedrijfsactiviteit zolang het netto belastbaar bedrijfsinkomen hoger is dan 15000 EURO. Dit wordt aangetoond door middel van een fiscaal aanslagbiljet.

 

  • Bij een deeltijdse tewerkstelling zal het referteloon begrensd worden volgens de tewerkstellingsbreuk. Als een werknemer met recht op VOP bijvoorbeeld 4/5 werkt, zal het referteloon begrensd worden tot 80% van 2 x het GGMMI. Dit vanaf 01/07/2016 voor nieuwe aanvragen en vanaf 01/01/2019 voor reeds lopende dossiers.

 

MAXIMUM BEDRAGEN:

GGMMI = 1531,93 EURO (1 juni 2016)

2 x GGMMI = 3063,86,28 EURO

40 % = 1225,54 EURO

30% = 919,16 EURO

20% = 612,77 EURO

MAXIMUM 60% (VERHOOGDE VOP) = 1838,32 EURO

 

 6 Combinatie met andere maatregelen?

Een combinatie met andere BTOM’s zoals aanpassing arbeidspost of arbeidsgereedschap is mogelijk. Ook de combinatie met andere algemene tewerkstellingsmaatregelen is mogelijk. Eventuele RSZ-verminderingen verkregen vanuit andere maatregelen worden wel afgetrokken bij bepaling van het referteloon, maar kunnen wel gecombineerd worden met de VOP.

 

7 Hoe aanvragen?

Als een werkgever gebruik wil maken van deze maatregel moet hij zich richten tot het plaatselijk VDAB-kantoor. Hij kan ook online alle informatie terugvinden en een aanvraagformulier indienen. Bij een aanvraag moet de werknemer wel ‘gekend’ zijn bij de VDAB. Indien dit niet het geval is, zal de werknemer moeten bellen of langsgaan bij VDAB.

BELANGRIJK !!!

Op 1 juli 2016 werd de VOP overgeheveld van de VDAB naar het Departement Werk en Sociale Economie.

De VDAB blijft bevoegd voor het bepalen van de afstand tot de arbeidsmarkt, met name de toekenning van het recht op de VOP en het bepalen van de percentages van de tussenkomst aan de werkgever.

Het Departement WSE (Werk en Sociale Economie) wordt bevoegd voor de goedkeuring, uitbetaling en verlenging van de VOP aan werkgevers/zelfstandigen.

 

 

8 Meer info?

Voor meer informatie kan u terecht bij de werkwinkel van de VDAB of op http://www.vdab.be/arbeidshandicap of op het gratis nummer 0800-30 700.